Roeland van de Wall Repelaer (1970)
1989 – 1996 Z-verpleegkundige
2000 – 2010 beeldend therapeut
2002 – heden beeldend kunstenaar
In 2001 deed ik de volgende ontdekking:
Tijdens het boetseren van een vrije vorm ontdekte ik dat abstracte vormen kunnen gaan ‘spreken’ als zij in een bepaalde compositie t.o.v. elkaar staan. Het vormenspel, de spanning tussen hol en bol, tussen lijn en vlak, opende werelden die groter waren dan wat ik met mijn verstand kon bevatte dit raakte mij tot in mijn ziel. Daar moest ik meer van weten, deze taal wilde ik leren spreken en verstaan. Een abstracte vorm, zichtbaar en concreet, die een onzichtbare realiteit beleefbaar maakt. Dat fascineerde mij enorm.
Ik besloot de opleiding organische vormgeving te volgen bij Feico Hajonides, een beeldhouwer met een medische achtergrond. Hij heeft mij wegwijs gemaakt in het vak, en me verschillende inspirerende uitgangspunten getoond waar ik als vormgever mee aan de slag kon.
De eerste jaren van mijn carrière als ‘organisch vormgever’, heb ik spelenderwijs gezocht naar vormen die de brug konden slaan tussen de realiteit van het zichtbare (het beeld) en de realiteit van het onzichtbare (de uitdrukkingskracht). Al doende leerde ik dat ieder materiaal specifieke eigenschappen heeft, waar je als vormgever kennis van moet hebben om er gebruik van te kunnen maken. Verder kwam ik tot het besef dat een beeld niet op zichzelf staat, maar tot leven komt in relatie tot zijn omgeving en/of een thema dat de kunstenaar zelf kiest. En niet op de laatste plaats heb ik ervaren dat het de toeschouwer is die het beeld tot leven wekt door er een verbinding mee aan te gaan. Ik heb gezocht naar wetmatigheden in de vormentaal en ontdekt dat er een nauwe relatie bestaat tussen de beelden die ik maak en mijn eigen ontwikkeling als mens; hoe groter mijn bereik als mens, hoe meer mijn beelden gaan ‘spreken’. Toen ik dat eenmaal begreep, werd ik nog meer uitgedaagd om een innerlijke scholingsweg te gaan.
In de opleiding en later in de praktijk van de beeldende therapie heb ik beroepshalve mijn waarneming geschoold. Vanuit mijn levenservaring heb ik geleerd door de eerste indruk heen te kijken en het wezenlijke achter de dingen waar te nemen. De antroposofie heeft mij op deze zoektocht steeds opnieuw geïnspireerd.